Van Oorschot, 28 augustus 2025, 416 pp.

Aan het begin van zijn wetenschappelijke loopbaan in de filosofie worden Gerard Visser en zijn vrouw Riet in 1980 ouders van hun eerste kind. In het dagboek met overwegingen en observaties dat Visser sinds zijn eerste studiejaren bijhoudt, sijpelen gaandeweg ook de zorgen over Noortje binnen: zij blijft achter in haar ontwikkeling. De fragmenten schetsen de aangrijpende dwaaltocht die volgt – langs artsen, alternatieve genezers en therapeuten – in een poging Noortje te helpen en te begrijpen aan welke ernstige maar onbekende aandoening zij mogelijk lijdt. Met haar doorzettingsvermogen wordt zij de belangrijkste inspiratiebron voor het proefschrift dat Visser tussen 1983 en 1987 schrijft: ‘Ik hoefde maar aan haar te denken en ik wist weer waar het me om ging.’
In een stijl die even literair als bedachtzaam is, biedt Bewonen wat je overkomt een uniek inzicht in hoe het leven de filosofie vormt, terwijl de filosofie houvast biedt voor het leven
RECENSIES
Nico van der Sijde, in: Boekenkrant.com, 2 oktober 205:
`Ik vind Gerard Visser een interessante denker, die op eloquente wijze aandacht vraagt voor het verborgene. Met zijn filosofische noties was ik al redelijk bekend. Met zijn existentiële ervaringen niet. Juist die ervaringen echter voegen nog een mij verrassende lading en diepte toe aan zijn filosofische weg. Bovendien evoceert Visser zijn eigen existentiële en dus totaal verwarrende ervaringen op indringende wijze. Ook mooi is hoe hij zijn ongrijpbare stemmingen beschrijft: niet alleen verwarring en depressie, maar ook onverwachte vreugde en vervoering’
Adri Atlink, in: Literair Nederland, 16 oktober 2025:
`Het zijn de twee hoofdlijnen van het dagboek die Visser met elkaar weet te verstrengelen: ‘Filosofie biedt de mogelijkheid om onbevangen op het leven te reflecteren, maar omgekeerd kan niets de filosofie zo beproeven en inspireren als het leven zelf’.
Een sleutel voor die verbinding is Vissers uitleg van het begrip ‘Gelassenheit’ bij Heidegger. Vertaald als ‘gelatenheid’ betekent het volgens Van Dale lijdzaamheid, berusting. Visser vindt dat te passief. Hij gaat er steeds meer een actieve levenshouding in zien: een kunnen laten zijn of kunnen laten gebeuren. De titel van het dagboek hangt daarmee samen; hij komt uit een notitie van 25 maart 1980: ‘Het zijn is uitgebreider dan wij zelf. We moeten leren bewonen wat ons overkomt’.